
Waar moet ik beginnen met het verslag van mijn eerste marathon, de Marathon Zeeuws-Vlaanderen? Gisteren heb ik hem eindelijk gelopen dus mijn droom is verwezenlijkt. Helaas was het een vijf uur durende nachtmerrie. Correctie. Het begon goed en het finishen met dochter Emma die een eindje meeliep, was fijn.
Het zijn mijn geest en mijn lichaam die faalden maar een drietal factoren hebben me niet bepaald geholpen.
Ten eerste werden we vrijdag, uitgerekend de dag voor de marathon, onterecht met zorgen opgescheept. Geen idee of anderen het van zich af zouden kunnen zetten maar zelf ben ik zo gevoelig dat mijn functioneren blokkeert in dergelijke situaties en ik buikpijn krijg. Donderdagnacht lag ik nog wakker van de zenuwen. Vrijdagnacht van het verdriet en de vraagtekens.
Toch stond ik gisteren met voldoende moed op om naar Nederland te vertrekken. Vrienden haalden ons op en Emma ging mee. Aangekomen in Hulst regende het pijpenstelen maar gelukkig stopte dit toen we startten.
Ten tweede. Ik was nerveus en liep in een cocon waar ik probeerde alles buiten te sluiten. Ik leek weer toeschouwer van mezelf. Emotieloos en vervreemd. Tot 10 km ging het best goed maar genieten kwam er niet aan te pas. De natuur was prachtig maar het weer bar door tegenwind en het parcours loodzwaar. Gras, modder, aarde en soms asfalt.

Ten derde. Rond 15 km begon mijn maag vervelend te doen en na 17 km kromp hij zo samen dat ik moest overgeven. Niet goed maar ik hoopte dat de kous daarmee af was. Na bijna 20 km haalde Dorien, die ik de laatste week via de social media had ontmoet, me in. We liepen en praatten wat samen maar ik voelde me niet het fijnste gezelschap met mijn boodschap dat ik maagkrampen had en tegen een mentale opdoffer vocht. Over het overgeven zweeg ik uit schrik te horen dat ik beter zou ophouden. Het was best fijn haar in levende lijve te ontmoeten. Ze was zo opgewekt, positief en had een heel open blik. Laat mij maar, zei ik, ga maar! Omdat ik me ellendig voelde, was ik liever alleen. Ik zou toch niet kunnen blijven volgen.
Ik had net zoals gepland op 20 km mijn eerste gel ingenomen. Zonder sportvoeding rond 20 km is het moeilijk om lange afstanden te lopen want je glycogeenvoorraad geraakt uitgeput. Mijn maag verdroeg het niet goed en na een poos, toen ik water gedronken had bij de volgende voorraadpost, moest ik weer kokhalzen en overgeven.
Ik was nog maar halverwege, de moed was in mijn schoenen gezonken, kon het slechte nieuws van de vorige dag niet uit mijn lijf krijgen en voelde me compleet mislukt als loper. Als Michele en Emma langs het parcours stonden, zou ik de marathon afbreken. Maar ze hadden blijkbaar besloten om ons in Terneuzen aan de eindmeet op te wachten. Achteraf gezien maar best want Marc was blijkbaar hetzelfde van plan wegens pijn aan zijn been.
25 km ver en ik was leeg. Een auto zonder brandstof. Wandelen in plaats van lopen. Tweede gel inslikken op goed geluk. Natuurlijk protest van de maag. Deze keer was hij nog maar doorgeslikt of hij moest er al weer uit. Huilen en nu echt willen stoppen. Ik liep in een natuurdomein waar je niet kon stoppen en besloot bij de volgende voorraadpost te eindigen.
Achter me hoorde ik iemand afzien en overschakelen naar wandelen. Het was Tin. Nog iemand die op de sukkel was. Overal had ze krampen. In- en uitwendig. We wandelen samen. Terwijl ik nog aan stoppen dacht, zei zij: “Het is mijn eerste marathon en ik ga hem uitlopen!”

Voor mij was dit een cruciaal moment. Haar vastberadenheid en de steun van zoveel mensen uit mijn omgeving, gaven me de kracht die ik nodig had om vol te houden.
Tot 38 km hebben Tin en ik afwisselend gelopen en gestapt. Soms samen, soms apart. We kwamen elkaar telkens weer tegen. Haar papa fietste mee op de stukken waar dit kon. Daardoor kon ik haar met een gerust geweten achter me laten.
Nog 4 kilometer, nog 2 km en dan plots liep ik het centrum van Terneuzen binnen. Emma stond klaar om de laatste meters met mij naar de finish te hollen. 5u en 7 minuten was ik onderweg geweest. Dit rampscenario had ik niet eens mogelijk geacht. Mijn coach ook niet.
Van de uitputting, schaamte en teleurstelling maar ook opluchting dat ik hem toch uitgelopen had, huilde ik als een klein kind. Achteraf vernam ik dat dit een zware marathon (veldlopen) is die dit jaar door de weersomstandigheden de zwaarste editie ooit was. En dat ik helemaal niet bij de laatsten was. Een schamele troost maar het helpt wel.
Genoeg getreurd. We zijn een dag verder. Volgende keer beter. Dat zal op nine-eleven zijn. De In Flanders-Fields-Marathon lonkt.


Veel dank aan de heer Paul Compiet die de lopers tijdens de Marathon Zeeuws-Vlaanderen fotografeerde. Beide loopfoto’s in deze blog komen van zijn Facebook-pagina.
Vind ik leuk:
Like Laden...