Via dit fotoblogje neem ik jullie mee op een doordeweekse donderdagavond. Dan sluit ik de dag af op het water met een kajaktraining.
Omstreeks 19u30 leg ik een kajak van de Brugse Kajak Klub in het water van het Kanaaleiland. Brugje maken met de peddel om in te stappen, spatzeil bevestigen en off we go!
Eerst vaar ik richting Oostkamp onder de fietsbrug waar ik vaak op ga lopen om wat hoogtemeters te scoren. (Het is triestig gesteld in dit vlakke land als je hoogtemeters wil trainen š )
Na een kleine 2 km is de Steenbruggebrug Brugge aan de beurt. (Het naambord maakt mij een beetje duizelig omdat er iets teveel ‘brug’ op staat.)
Zonder bukken peddel ik vlotjes onder de brug door om daarna in een mooier, natuurrijker stuk water te zijn. Het gezelschap van ganzen met kuikens, eenden en meerkoeten stel ik op prijs maar ze vertrouwen het nooit en vluchten rapper weg dan ik dichterbij kan komen.
Als ik de brug van Moerbrugge bereik, heb ik nog geen 5 km op de teller waardoor ik meestal nog een stuk verder ga vooraleer te keren tenzij ik ter plekke beslis om er na het terug varen een stukje Brugse Vesten bij te voegen.Ā Deze keer kajakte ik door tot ik exact 5 km had en draaide toen om.
Eenmaal ter hoogte van de club, ging ik verder door het jachthaventje naar het Minnewaterpark. Na de haven moet ik onder de drukke baan kajakken. Dit is geen echte, voor het verkeer zichtbare brug maar het wegdek dat over het water loopt.
Dan kom ik in het voorwater van het mooiste deel van het Minnewaterpark met het beroemde brugje dat effectief de Minnewaterbrug heet en de Poertoren. In de verte zie ik de toren van de Onze-Lieve-Vrouwekerk.
Om onder de Minnewaterbrug te geraken, moest ik de eerste keer goed kijken welk poortje openstond. Ik zie het niet van op een afstand verder dan tien meter maar onder de bogen zijn zwarte gietijzeren poorten. Ondertussen weet ik welke boog ik moet kiezen. En ook dat ik mij helemaal voorover moet bukken want er loopt een stalen lat onder de brug die een lelijke nekslag zou geven bij aanvaring.
En dan kom ik in een feeĆ«riek stukje Brugge. Op het einde van dit water kan ik ons huis zien. Soms ga ik voor de fun eens kijken vanop het water met anderen om te tonen: kijk, daar woon ik. Rechts zie je ons ‘stamcafĆ©’ Kasteel Minnewater waar wij vaak kort een aperitiefje gaan drinken voor het avondeten. Zo fijn om in hartje Brugge te wonen met zoveel groen en geschiedenis!
Links is het woonzorgcentrum Minnewater. (Alles heet hier Minnewater.)
En zo geniet ik op een unieke manier van mijn mooie stad bij valavond. Het platteland verlaten en in een herenhuis in de het historisch centrum van Brugge gaan wonen, is ƩƩn van de betere beslissingen in mijn leven. Wij hebben geen eigen tuin en neen, dat is niet sneu. Onze tuin is het Begijnhof en Minnewaterpark en ik moet nooit het gras afrijden of onkruid trekken. š