In tal van sectoren is het voorbije jaar de werkdruk aanzienlijk toegenomen. Als voltijds lector in het hoger onderwijs deel ik hier ook mee in de klappen. Tegelijk besef ik hoe dankbaar ik mag zijn dat ik een leuke, goed betaalde job heb, hoe zwaar het soms ook is. Het is vooral de combinatie met een gezin die regelmatig voor stress zorgt. Combinatiestress noem ik dat.
De schrik om te crashen is voortdurend aanwezig door het veelvuldig over de limiet te gaan. Maar ik blijf stand houden. Sommigen reageren met ‘en dan ga jij nog lopen ook!’ wat bij mij verwijtend aankomt hoewel het waarschijnlijk niet zo is bedoeld. Soms wil je iets horen wat je onzekerheid bevestigt in plaats van de positieve kant van een boodschap te kiezen. Gelukkig ga ik lopen, denk ik dan. Het helpt tegen de stress. Altijd.
Maar als mijn lijf vol stress zit, loop ik houterig. Met gestokte schouders en alsof mijn benen een roestige schaar zijn die niet goed meer wil knippen. Vanmorgen was zo’n loopje. Toch voel ik dat het goed was om te lopen. Lopen verdrijft het verstikkende gevoel dat stress veroorzaakt en dat is heerlijk.